3,5 / 5
De meest dwarse muziek van Nederlandse bodem is vaak afkomstig van het label Narrominded. Neem het dit jaar uitgebrachte Malconfort van de Amsterdamse band Katadreuffe. Deze release is kenmerkend voor het label: het gangbare wordt vermeden, buiten de lijnen kleuren is eerder regel dan uitzondering. Lars Meijer, één van de geestelijke vaders van Narrominded, hoort al vanaf de beginjaren bij de meest vooraanstaande artiesten van het label. Hij brengt onder andere muziek uit als Hunter Complex. Nieuw is de single Hours, waarvan het titelnummer afkomstig is van het vorig jaar uitgebrachte synth album Heat.
Naast Hours bevat de single twee remixen. Daarvan valt Serious Glass tegen. The No heeft zwaar aangezette percussie toegevoegd aan het origineel. De alsmaar voortdenderende slagen zuigen als het ware alle speelsheid van de overgangen en synthlijnen op. Daarbij komt de zang van Meijer niet tot zijn recht. Dat die de moeite waard is, bewijst het titelnummer. Het is de, licht afstandelijk klinkende, constante factor bij de synthpop waarin zoetgevooisde en onrustwekkende klanken elkaar afwisselen. De aan de jaren ’80 refererende galmzang roept een ongemakkelijke sfeer op, ondanks de vriendelijke tekst: ‘So let’s go into the heartlands, where the sun shines in the hours’. In een rustig intermezzo klinkt het mechanisch aandoende geluid van de bassen haarfijn.
Rest nog de remix van Highway Hypnosis. Waar The No geen potten kan breken, doet Drvg Cvltvre dat wel. Geluiden van ruimtespelletjes van twintig jaar geleden zetten de toon. Langzaam maar zeker komt er een onrustige elektronicalijn bij, die gepaard gaat met prachtige, mystieke klanken. Dit blijft rustig voortsudderen tot Drvg Cvltvre een rechtlijnige beat in de mix plaatst. Diepe bassen en een repeterende zanglijn, die meer als soundscape dienst doet, zijn geheel op hun plek. Ieder deel heeft een grandioze opbouw en samen vormen ze een interessante spanningsboog. Die leidt echter niet tot een climax. Het moet immers onvoorspelbaar blijven bij Hunter Complex.
Jasper Klomp
original article