revolver’s lust for life magazine review: heat

revolver-lust-for-life-review-hunter-complex-heatHeel even – maar ook niet langer dan de eerste paar maten – denk je:  ‘Hee, Ultravox…’ Tot de zang begint, die niets met die van de jaren tachtig Vienna-synthpoppers te maken heeft. Maar het tekent de atmosfeer. Haarlemmer Lars Meijer, de man die achter Hunter Complex schuil gaat, herschept het geluid dat een deel van de popmuziek van pakweg dertig jaar geleden domineerde. Wat natuurlijk alles te maken heeft met de gebruikte apparatuur – de legendarische Yamaha DX7 synth en de Linn-drummachine voorop. Heat zweeft ergens tussen die Engelse synthipop van destijds – maar leunt minder op liedjes – en de Duitse, uit de Krauttraditie voortkomende synthesizerdinosaurussen als Tangerine Dream en Klaus Schulze. Dat het album inmiddels internationaal met lof overladen wordt is wel begrijpelijk. Heat behaagt en is spannend tegelijkertijd. Alsof je in een tobbe stapt waarin badzout in diverse pasteltinten is gestrooid. Rozengeur, misschien net iets té…, maar wel lekker.

Peter Bruyn