Lars Meijer, het brein achter Hunter Complex, begon eind jaren ’90 met het maken van muziek, zowel solo als in een band en in verschillende duo’s. Zo ontwikkelde Meijer zich als naam in de industrie van elektronische muziek. Tevens lanceerde de Haarlemmer in 2000 het label Narrominded, waarop hij als Hunter Complex in 2010 zijn naamloze debuutalbum uitbracht. Nu, drie jaar later, is er de opvolger Heat, uitgebracht op vinyl en ook digitaal te beluisteren.
Hunter Complex maakt experimenteel elektronische muziek, een cross-over tussen synthpop en new wave, wat uiteindelijk uitmondt in bijzondere synthscapes. De invloeden uit het verleden, veelal muziek uit de jaren ’80, is duidelijk te horen. De boventoon wordt gevoerd door electropop pioniers Kraftwerk, maar de muziek van Hunter Complex doet ook vaak denken aan Tubular Bells van Mike Oldfield. Met digitale synthesizers van o.a. Roland en Yamaha maakt Meijer muziek die gemakkelijk als soundtrack van een film zou kunnen dienen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het artwork bestaat uit beelden van films als Capricorn One, Flashpoint en Midnight Crossing.
Op Heat wordt je meegenomen op een reis, bijvoorbeeld naar Atlantis, maar beland je natuurlijk ook in de ruimte op Space. Hoewel deze track net zo space-achtig mag klinken als de rest van het album, kan toch uit de onverstaanbare vocals nog het woord ‘stars’ opgemaakt worden. Meijer gebruikt op veel van zijn tracks donkere vocals, die vaak onverstaanbaar zijn en meer bijdragen aan het gevoel bij de track dan dat ze een boodschap overbrengen. Daylight is een track die vooral steunt op dreunende beats, waar Highway Hypnosis weer erg poppy klinkt. China Rain is complex ritmisch, maar de daaropvolgende track Room is weer vrij toegankelijk en in het begin zelfs goed dansbaar. Kortom, dit is geen plaat die op elke track hetzelfde klinkt.
Vergeleken met zijn voorganger is Heat een album dat een stuk afstandelijker klinkt. Het is een bijzondere plaat die bij liefhebbers van deze vorm van elektronica, zeker zij die de jaren ’80 muzikaal optimaal beleefd hebben, goed in de smaak zal vallen.
Mark den Dulk