oor review: hunter complex

hunter complex - hunter complex outside frontWie had dat ooit gedacht. Lars Meijer – samen met Coen Oscar Polack labelbaas van Narrominded – keert met Hunter Complex terug naar zijn wortels als liedjesschrijver. Al blijft hij de elektronica, waarmee hij experimenteerde in Psychon (Troopers) en Living Ornaments, trouw. Gouden combinatie, zo blijkt op dit debuut. Meijer klinkt als de bastaardneef van Keulenaar Popnoname. Net zo poppy en op momenten net zo slick, maar behept met een bovenmatige fascinatie voor het verleden.
De jaren tachtig om precies te zijn: Cabaret Voltaire, OMD, Gary Numan, New Order, maar ook obscure Italodisco en vroege house klinken door. Retro? Ja, maar niet te. Hunter Complex is te eigenzinnig voor het predikaat pastiche. Daarvoor hinkt Meijer teveel op twee gedachten. Aan de ene kant is er die romantische nostalgie die zo typerend is voor het geluid van analoge synthesizers, aan de andere kant is de productie lekker vol, kreunt Meijer wat af en lonkt hij opzichtig naar Europese disco. In afsluiter Mean Street komen die drie elementen samen. Resultaat? Prachtige, bijna dubby synthpopdisco die niet had misstaan op de albums van Meat Beat Manifesto of Renegade Soundwave, begin jaren negentig. Wie wil weten hoe de toekomst ooit klonk, vindt bij Hunter Complex troost.

Theo Ploeg

original article